“Cabin crew, take your seats”. De stem van de gezagvoerder klinkt vriendelijk en duidelijk, en toch dwingend. Een minuut later zwelt het geluid van de motoren van de Boeing van KLM aan, en begint het toestel te rollen op de startbaan. Bound for the United States, Yeeah .. Ik zit in mijn vliegtuigstoel wat te mijmeren over de komende week. Een lange lijst gesprekken en besprekingen staat me te wachten. En dat is maar goed ook, want een vliegtuigticket is toch een vorm van een investering. En dat zijn de ontmoetingen die me staan te wachten ook. Investeringen in relaties, gesprekken om te beoordelen of een overeenkomst met een ander bedrijf wel of niet de moeite waard is. In mijn hoofd loop ik alvast de lijst af. Amerika…. Het land van de onbegrensde mogelijkheden. Amerika…. Het land van de oneindige reeks bonnetjes, al dan niet met fooi… Langzaam doezel ik wat weg. Wat wilt u te drinken, meneer? Ik schrik wakker en zie een lichtblauwe fee. Oei, de eerste beslissing die ik deze reis moet nemen. Maar dit eerste besluit gaat mij toch goed af. Het wordt een biertje, al hebben ze geen Grolsch. Ik ben er gelijk weer helemaal bij. Waar waren we ook al weer? Oh ja, bij de bonnetjes.
De essentie van het hebben van een eigen bedrijf is dat je constant bezig bent met het verzamelen van bonnetjes. Niemand waarschuwt je daarvoor wanneer je een bedrijf wilt beginnen. Het gaat dan altijd om zelfstandigenaftrek, jaarvergaderingen en dergelijke trivialia, maar nooit waar het echt om gaat. Voorbeeld. Wat doe je wanneer je afrekent bij de kapper? Je pint het verschuldigde bedrag, en zegt tegen de kapper (M/V): gooi dat bonnetje maar weg. Zo niet de wakkere ondernemer. Die gaat op het vliegveld een broodje eten. Dan komt de serveerder (M/V) en geeft je een bonnetje. Dit is trouwens de eenvoudige versie. Voor de USA geldt de uitgebreide versie, en daarom kom ik eigenlijk op dit belangrijke onderwerp: de serveerder (M/V) geeft je een soort van rekening. Daar doe je dan je creditcard bij – de Amerikaan ontleent zijn bestaansrecht aan zijn creditcard – en vervolgens komt dan na enig wachten een ander soort bon terug. Daar moet je op invullen hoeveel fooi je denkt te gaan geven. In sommige etablissementen is reeds een suggestie van de omvang van de fooi voor ingevuld. Een soort meedenken dat ze waarschijnlijk van de Belastingdienst hebben afgekeken. Je vult dus de fooi in, en de medewerker (M/V) verdwijnt vervolgens even met je creditcard. Die krijg je dan later wel weet terug, vergezeld van een doordruk van het laatstbedoelde bonnetje. Een onnavolgbare procedure – of is het een ritueel?
Na deze Amerikaanse uitstap gaan we verder met het proces van de ondernemer. Ben je er nog? Je verzamelt dus getrouw alle bonnetjes. En in de USA zijn alle bonnetjes dus vooral heel veel bonnetjes. Niks kwijt raken, want dan volgt later straf. Thuis gekomen gooi je je koffer leeg. De bonnetjes die daar in zitten gaan in een map. En die map breng je na afloop van de maand of het kwartaal naar DKAA. En daar wacht je weer een fee. Deze fee is meestal niet lichtblauw, maar wel net zo vriendelijk als het lichtblauwe type. Vriendelijk, en gedecideerd als de gezagvoerder. Deze fee controleert of jij wel netjes alle bonnetjes hebt verzameld. Of jij niet vergeetachtig, dom, lui of stout bent geweest. En natuurlijk was jij dat. Ik ben dat immers ook. En dan volgt het opvoedende gesprek: de fee spreekt, en jij luistert. Een nieuw proces, een soort van schuld en boete. En jij en ik weten dat dat zo hoort. Want de Nederlandse ondernemer van vandaag is wat hij in het verleden altijd is geweest: koopman en dominee….